maandag 14 augustus 2017

#1 Vluchten naar de stad

“Ik ben als eerste van de stam de Utrechtse Heuvelrug overgestoken om letters te vreten”, zei Wim Brands (dichter en programmamaker) eens in een interview. In een café in Nijmegen mijmerde ik vorige week met een ander lotgeval: “wij zijn als eersten van onze families de Ketelbrug overgestoken om te gaan studeren.” Waarschijnlijk keren we niet meer terug.

Sinds mijn achttiende, toen ik een kamer betrok in Zwolle aan de veelzeggende kruising Roemer Visscherstraat/Bilderdijkstraat, kwam ik in een spagaat te zitten tussen het platteland en de stad. Nu, zeven jaar later en drie steden verder, is die spagaat nog steeds aanwezig en probeer ik de oorzaken te vinden. Waarom blijven die vlakke polder en het voormalige eiland mij trekken? Weemoed? Cultuur? Traditie?

Wat mij bevalt aan de randstad blijkt makkelijker te omschrijven. De heterogene samenstelling van mijn geboortedorp, op een uitzondering na witte protestanten, begon op een gegeven moment op mijn zenuwen te werken. In die stevige bubbel bleek het niet eenvoudig anders- of ruimdenkenden te vinden. Het aanbreken van mijn studententijd heb ik daarom ook als een bevrijding ervaren, ware het niet dat ik zo nu en dan meer geprikkeld werd dan ik aankon.

Het valt haast niet te beschrijven hoe fijn de ervaring is met mensen in aanraking te komen die een andere culturele achtergrond hebben dan jij. Om in een stad te wonen waar diversiteit regel is en geen discussiepunt.

Ook zie ik hier hoe kunst en cultuur bijdragen aan ontwikkeling. In iedere wijk is een kleine bibliotheek te vinden, in iedere stad minstens één kunstmuseum. Kinderen krijgen meerdere keren per jaar interessante educatieve programma's in culturele instellingen. Tot mijn achttiende heb ik nauwelijks de mogelijkheid gehad vanuit school een museum te bezoeken en bleef het culturele aanbod beperkt tot een enkele theatervoorstelling of een workshop in de voorzieningsstad Emmeloord.

Kunst, muziek en literatuur prikkelen. Het helpt ons de wereld om ons heen te begrijpen, een gesprek aan te gaan met mensen die een andere achtergrond hebben dan onszelf. In discussies word je in je waarde gelaten en ben je ineens niet meer de outsider.

Maar ook hier, in een flatje in de grijze blokkendozenbuurt Schalkwijk, zie ik dat geld en afkomst hierin ook een rol spelen. De wijk is gezellig, druk en divers, maar de sociale mobiliteit is laag. Bezuinigingen op kunst, cultuur, educatie en gezondheidszorg dragen niet bij aan ontwikkeling. Hoe mooi zou het zijn als de hele samenleving de kans zou krijgen in aanraking te komen met kunst en cultuur en een passende opleiding kan betalen? Dan zou iedereen dezelfde kans als ik krijgen uit het isolement te stappen en de verdieping en verrijking te ervaren.

Inmiddels weet ik wel wat mij vaak doet besluiten een weekendje aan de noordzijde van het Ketelmeer te verblijven. Het isolement dat ik vaak vervloek maakt wél dat je voor het leven vriendschappen sluit, je familiebanden heilig zijn en immaterieel erfgoed met liefde wordt geconserveerd en overgedragen op nieuwe generaties. Zeven jaar later trap ik minder tegen dat dorpje aan en kan ik er wat meer van genieten, zo, van een beetje afstand.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

#3 De ziekenhuisgeur van de GGZ

"Psychologen voelen zich door de financiering gedwongen patiënten in een hokje te stoppen waar ze niet altijd in passen", zo luidd...